De Kruisweg
Een blokhaak bestaat uit een blok en een blad of veer die een haakse hoek (90°) met elkaar maken. Het blok op het punt van bevestiging met het blad is nooit afgeschuind op 45 graden. Door het ontbreken van een maatverdeling kunnen er geen lengtes mee worden opgemeten. In de metaalbewerking gebruikt men geheel metalen blokwinkelhaken. Aan de hand van de lichtspleet tussen de veer en het materiaal wordt de haaksheid van een hoek gecontroleerd. De inwendige hoek tussen blok en veer is bij de metalen blokhaak vaak voorzien van een kleine uitsparing, hierdoor is het mogelijk ook hoeken op haaksheid te controleren waaraan zich een braam bevindt.
Schepel
Kolenschop en blik
Tijdens de bevrijding in oktober 1944 van Halsteren stonden de Canadezen op het boerenbouwland, waar nu de Julianastraat is, naar het noorden te schieten. De lege hulzen van de granaten werden achteloos naast de tanks weggegooid. Daar maakten de Halsternaren dankbaar gebruik van en namen er een aantal mee. Zo werd de lege huls gebruikt om deze kolenschop en opveegblik van te maken.
Kragenblok
Het kragenblok werd door de kleermaker gebruikt voor inpersen van borstkanten en het dresseren van kleine vakken en het platpersen van kleine naden. Kraagblokken zijn alleen te verkrijgen in noten-,iepen- en eikenhout. De afgebeelde kraagblok is van eikenhout.
Strijkklopper
De strijkklopper of likplank is een spaanvormig plankje (ca 30-35 cm lang: ca 10 cm breed) waarmee de kleermaker op het persgoed sloeg om de vouw te verstevigen en een strijkeffect te bereiken.
Kleermakerskussen
Een kleermakerskussen is een hulpmiddel van de kleermaker om kleine onderdelen van een kledingstuk te strijken of te persen.
Strijkkussen
Een strijkkussens is een hulpmiddel dat door een kleermaker werd gebruikt om kleine onderdelen van een kledingstuk te strijken of te persen.
Stempel Auvergnepolder
Voor 1811 was de Auvergnepolder een gemeente gescheiden van Halsteren. Alhoewel de samenwerking tussen Halsteren en de Auvergnepolder altijd wel erg goed was. Het bestuur van de Auvergnepolder was gevestigd aan het Waterhuisje. Dat is waar nu het monument voor de Watersnood zich bevindt. Aan het Lange Water. In 1795 woonde er 186 personen in de Auvergnepolder, in 1805 was dit aantal gegroeid tot 225.
Er bevonden zich geen brouwerijen of molens. Wel was er een meestoof (voor het drogen van de Meekrap, de
wortels werden gebruik voor de rode kleurstof).
De Auvergnepolder had veel te maken met Watersnoden en Inundaties.
In de Auvergnepolder stond een eigen gerechtshuis maar ook een geselpaal en een eigen gevangenis.
Verder waren er veel herbergen, de bekendste is de Herberg van Hips. Het laatste besluit van het bestuur van
de Auvergnepolder was op 30 november 1810. Het bestuur van de Auvergnepolder bestond uit baljuw, burgemeester, schepenen en gemeentemannen.
Het stempel moet dus van voor 1810 zijn. Waarschijnlijk is het een lakstempel.
Steekpasser
Een passer is een meetinstrument waarmee cirkels en cirkelbogen getekend kunnen worden.
In werkplaatsen worden steekpassers gebruikt om maten van tekeningen of modellen naar werkstukken over te nemen. De steekpasser wordt ook als navigatiehulpmiddel gebruikt om afstanden op zeekaarten af te passen.
De passer werd al gebruikt rond 1000 v.Chr. Dit is zichtbaar op aardewerk uit die tijd dat in Griekenland opgegraven is. Hierop werden cirkels getrokken ter decoratie, met behulp van een passer. Het gaatje van de passerpunt is duidelijk zichtbaar.
Krompasser
De krompasser bestaat uit twee aan elkaar scharnierende gebogen stalen benen, die uitlopen in een stompe punt. Deze passer wordt gebruikt om de buitenwerkse maat van voorwerpen mee over te nemen en te controleren. Men duwt beide benen aan weerszijden tegen het te meten voorwerp en schuift de passer vervolgens voorzichtig er vanaf.
Bij de meest eenvoudige uitvoering scharnieren de beide benen om een geklonken asje, waardoor de passer stroef verstelbaar is. Door omzichtig gebruik kan de maat goed behouden worden. Als de passer valt is deze ontregeld.
Blokhaak
De blokhaak of blokwinkelhaak is een stuk gereedschap voor het controleren en aftekenen van rechte hoeken.
Een blokhaak bestaat uit een blok en een blad of veer die een haakse hoek (90°) met elkaar maken. Het blok op het punt van bevestiging met het blad is nooit afgeschuind op 45 graden. Door het ontbreken van een maatverdeling kunnen er geen lengtes mee worden opgemeten. In de metaalbewerking gebruikt men geheel metalen blokwinkelhaken. Aan de hand van de lichtspleet tussen de veer en het materiaal wordt de haaksheid van een hoek gecontroleerd. De inwendige hoek tussen blok en veer is bij de metalen blokhaak vaak voorzien van een kleine uitsparing, hierdoor is het mogelijk ook hoeken op haaksheid te controleren waaraan zich een braam bevindt.
Noris Trumpf rolfilm diaprojector
Noris Trumpf model-1, Bouwjaar: 1959 Noris Neurenberg Duitsland,
Behuizing: Zwart gespoten metaal
Type projector: Rolfilm / dia projector
Lens: Anastigmat Plankar 1:2,9 f=105mm
Projectielamp: Philips 6159N/05 33V 100W
Koeling: Convectie
Filmformaat: 35mm dia film
Filmtransport: Rolfilm en dia schuif.
Deze projectoren werden vroeger veel op scholen, met name lagere scholen gebruikt voor onderwijs doeleinden.
Veelal in combinatie met een schoolradio uitzending.
Agfa opticus diaprojector
De projector "Agfa Opticus" kan dia's in het formaat "klein beeld ,5x5 cm afspelen.
Metalen kast: zwarte gerimpelde afwerking
Lens: 4,5/100 Agfa-projectielens
Elektra: Lamp 220 V/100 W, vast geïnstalleerde netaansluitkabel, aan/uit-schakelaar op het apparaat
Beeldtransport: handmatige dia wisseling.
Toverlantaarn
Een toverlantaarn (vertaling van Laterna Magica) is een apparaat waarmee doorzichtige afbeeldingen geprojecteerd kunnen worden. Het is dus in feite de voorloper van de diaprojector.
Een toverlantaarn bestaat uit verschillende onderdelen. Op de achterwand bevindt zich een holle spiegel, die als condensor fungeerde.
Aan de voorkant zit een lens als objectief waarachter glasplaatjes kunnen worden geschoven. Tussen de holle spiegel en het glasplaatje bevindt zich een lichtbron. Een afbeelding die met transparante verf op het glasplaatje is aangebracht, wordt geprojecteerd op een zich voor de toverlantaarn bevindend scherm. De lichtbron was aanvankelijk een kaarsvlam of een olielampje, later een gasvlam, en nog later een gloeilamp.
Hoewel het mogelijk is om niet-doorzichtige afbeeldingen te gebruiken, werd en wordt in vrijwel alle gevallen een afbeelding gebruikt op een doorzichtig glasplaatje. Deze glasplaatjes moeten erg nauwgezet gefabriceerd worden. Kleine foutjes worden namelijk fors uitvergroot tijdens de projectie. Sommige plaatjes bevatten bewegende onderdelen, zodat bijvoorbeeld een schommelend schip wordt geprojecteerd.
In de 19e eeuw werd de fotografie uitgevonden, en de toverlantaarn werd gebruikt om de eerste foto's te tonen aan een groter publiek. Het magische element raakte naar de achtergrond, en de naam "optische lantaarn" vond ingang. De voorstellingen kregen steeds meer een educatief karakter, en in de 20e eeuw vond het apparaat ook toepassing in het onderwijs. Totdat de
diaprojector de toverlantaarn verdrong.
Kodak Kodascope Eight model 40, filmprojector voor dubbel 8 films.
Maximale spoel grootte: 60 meter (200 ft)
Op de markt gebracht in 1934.
Gemaakt in de VS door Eastman Kodak CO. Rochester N.Y.
Lamp: Ba15s, 100V, 200W.
Netspanning: 100 - 125V, 325 Watt.
Afmeting: 285x250x145 mm.
Gewicht: 3,263 kg.
Zweedse tang
Een Zweedse tang, ook wel moordenaar genoemd, is een stuk gereedschap voor het omklemmen van ronde voorwerpen zoals buizen of assen, bijvoorbeeld wanneer deze vast- of losgedraaid moeten worden. De instelling van de bekopening gebeurt door middel van een stelmoer, hetgeen overeenkomt met bijvoorbeeld de pijptang.
De Zweedse tang heeft langere armen dan bijvoorbeeld de waterpomptang, waardoor grotere krachten kunnen worden aangewend.
Steeksleutel
Een steeksleutel is een stuk handgereedschap waarmee men moeren en bouten kan aan- of losdraaien. Het open einde van een steeksleutel past met zeer weinig speling over de evenwijdige en tegenover elkaar liggende zijden van een zeskantige of vierkante moer of bout kop (dit in tegenstelling tot een ringsleutel: die gebruikt alle hoeken van een moer of bout kop). De opening van de steeksleutel is vrijwel altijd geplaatst onder een hoek van 15°. Dit maakt het mogelijk de sleutel te gebruiken daar waar weinig draairuimte is. Draaien van de steeksleutel over de lengteas geeft immers 2 × 15° = 30°, de zeskant van de bout/moer is 360:6 = 60°.
Nijptang
Een nijptang, knijptang of (in Vlaanderen) trektang, is een metalen stuk gereedschap om spijkers uit hout te trekken. De tang kan ook gebruikt worden om dunne draad, spijkers en dergelijke door te knippen.
De afmeting varieert van ongeveer 150 tot 250 mm lengte. De bek van de tang bestaat uit twee helften en heeft een ronde vorm met enigszins scherp geslepen randen. De bek hoort goed strak op elkaar te sluiten, het scharnier mag daarom geen speling vertonen. Deze bek wordt bediend met de beide benen.
Om een spijker of draadnagel uit te trekken plaatst men de bek zo dicht mogelijk bij het houtoppervlak, knijpt de bek dicht met behulp van de benen en gebruikt de tang als hefboom. Om beschadiging te voorkomen kan het hout worden beschermd door onder de bek een stukje board of triplex te leggen.
Holpijp
Een holpijp is een stuk gereedschap waarmee men, met behulp van een hamer, gaten kan stansen in karton, leer, rubber, pakkingen en andere dunne, zachte materialen.
Een holpijp heeft aan de onderkant een korte cilindervormige ruimte waarvan de rand is scherpgeslepen, daarboven bevindt zich de steel of schacht. Voor het maken van een gat wordt de holpijp rechtop op het materiaal geplaatst en vervolgens slaat men met de hamer op de schacht.
Tas
Een tas is een hulpstuk voor smeden.
Vaak zitten er gaten in een aambeeld waar allerlei losse hulpstukken, tassen in vaktaal, in vastgezet kunnen worden. Deze zijn nodig om speciale vormen te kunnen aanbrengen aan het werkstuk.